Dichtzetten Kapitein Rooiboskanaal

15 september 2022

Het Kapitein Rooiboskanaal heeft ervoor gezorgd dat de scheepvaart langer gebruik kon maken van de Middensluis tijdens de bouw van de Nieuwe Sluis. Op maandag 6 mei 2019 is het Kapitein Rooiboskanaal officieel geopend. ​​​​​​​In het najaar van 2021 is de Middensluis buiten gebruik gegaan. Nu is het tijd om het tijdelijke kanaal definitief af te sluiten.
Foto opening Kapitein Rooiboskanaal
Middensluis en Kapitein Rooiboskanaal

Primaire waterkering

We beginnen met het plaatsen van een combiwand vanaf frontmuur noordoost richting het buitenhoofd. Vanaf het kanaal heien we vanaf een kraanponton 15 buispalen, met een diameter van 1,22 meter, de grond in tot 26 meter onder NAP. Vervolgens sluiten we het water definitief af met 15 damplanken. Het plaatsen van de combiwand duurt ongeveer twee weken. Met deze combiwand trekken we de frontmuur voor de primaire waterkering door.

 

Verwijderen retourbemaling

Voordat we verder gaan met het plaatsen van een damwand aan de oostzijde van het tijdelijke kanaal, verwijderen we eerst steenbestorting van de bodem en een zogenaamde zinker. Een afgezonken leiding met kabels en buizen. Deze leiding bevat onder meer retourbemaling voor het binnenhoofd. Doordat het binnenhoofd vol water staat en verbonden is met de sluiskolk, is deze retourbemaling niet meer nodig en kan de leiding verwijderd worden.

 

Damwand

De damwand aan de oostzijde wordt ongeveer 110 meter lang. Daarvoor trillen we 80 planken de bodem in tot 12,60 meter onder NAP. Ook dat gebeurt met materieel vanaf het water. We houden hierbij rekening met de in- en uitvaart van de Oostsluis en houden een minimale doorvaarbreedte voor de passerende scheepvaart aan. Het realiseren van deze damwand duurt ook ongeveer twee weken.

 

Nieuwe infrastructuur

Als de wanden geplaatst zijn, vullen we de ruimte tussen de combiwand en de damwand op met grond tot 2,5 meter boven NAP. Dan kunnen we beide wanden voorzien van ankerschermen en legankers. Daarna hogen we de grond op tot het definitieve niveau waarop een deel van de nieuwe infrastructuur aangelegd wordt.